Als je niet in staat bent om vertrouwen te geven, zit je angst je in de weg. Je bent bang voor het onbekende, voor het onvoorspelbare. Angst hangt samen met je ego, vertrouwen komt vanuit je zuivere kern.
Je kan pas wantrouwen als je ooit vertrouwen hebt gehad, en een ander hier verkeerd is mee omgegaan. Die ander heeft je vertrouwen geschonden, hier heb jij dus niets mee te maken. Deze persoon draagt de volledige verantwoordelijkheid. Het is de ander die ervoor kiest om jouw vertrouwen te misbruiken, en vroeg of laat gaat dit toch aan hem knagen. Jij kan dan alleen maar rustig zijn, omdat je je vertrouwen hebt gegeven. De ander komt uiteindelijk in strijd met zijn geweten en raakt hierdoor in problemen.
Als er wantrouwen ontstaat uit het gedrag van de ander, is dat dan weer je eigen ik. Je ego zorgt voor angst. Je bent bang dat de situatie zich zal herhalen. Met dit stuk heb ik het zelf nog steeds moeilijk, dat geef ik toe. Het is enorm moeilijk opnieuw vertrouwen te hebben in iets of iemand die reeds je vertrouwen heeft beschaamd.
Het doet me denken aan 'the fool' van Osho. De dwaas die onbegrensd vertrouwen heeft, die zich constant in situaties gooit, zonder stil te staan bij wat er mis kan gaan. Ook als mensen zijn vertrouwen hebben misbruikt, blijft hij vertrouwen geven. Mensen krijgen van hem ontelbare kansen. Hij wordt dan wel de dwaas genoemd, maar uiteindelijk is hij de meest vrije persoon ter wereld. Hij is niet bang, twijfelt niet aan anderen of zichzelf. Hij gooit zich in het leven als in een groot avontuur. Hij is niet bang om verkeerd terecht te komen en is hierdoor onkwetsbaar.
Ik hoop dat ik op een dag op deze manier in het leven kan staan, vol vertrouwen en vrij van angst.